Funderingen

De fundering vormt de basis voor een strak eindresultaat. Broekema licht toe.

Een goede fundering is de basis bij de aanleg

De basis voor elke bestrating is de ondergrond. Een goede fundatie draagt in belangrijke mate bij aan het eindresultaat en aan de duurzaamheid. Gezien de grote verschillen in voorkomende bodemgesteldheden is het onmogelijk om een uniform advies te geven. Elke situatie is anders. Toch willen we u graag enkele basisregels over funderingen meegeven:

Funderingslaag

Hoe minder draagkrachtig de ondergrond, hoe zwaarder en dikker de funderingslaag moet zijn. Een fundatie op een zandgrond ziet er dus heel anders uit dan een fundatie op een veengrond. De afmetingen van het bestratingsmateriaal zijn eveneens van belang. Dunne afwerkingsproducten zoals bijvoorbeeld tegels tot 3 cm dik vragen een extra stevige fundatie, van vaak een gestabiliseerd zandbed met ondergrondversteviger tot soms zelfs een massieve betonnen plaat. Dikke bestratingstenen daarentegen kunnen vaak al geplaatst op een fundering van enkel goed verdicht straatzand. De te verwachten belasting speelt uiteraard ook een rol. Een fundering waar verkeer overheen komt dient zwaarder en steviger te zijn dan een fundering onder een pad wat enkel door voetgangers wordt gebruikt.

Ondergrondversteviger

De meeste funderingen bestaan uit twee lagen. Een onderlaag bestaande uit grove steenslag of gebroken puin in de fractie 20-32 mm, en een afwerklaag bestaande uit grof zand, al dan niet gestabiliseerd met ondergrondversteviger. De dikte van de fundering zal in de praktijk meestal variëren tussen de 15 en 30 cm. De fundatie dient in ieder geval goed verdicht te worden, door het, liefst laag voor laag, aan te stampen, trillen of walsen. Bij een weinig draagkrachtige ondergrond is het gebruik van geotextiel aan te bevelen. Dit kunststof gronddoek moet onder het funderingsmateriaal worden geplaatst, opdat de druk gelijkmatiger wordt verdeeld. Bijkomend voordeel is dat de funderingsmaterialen goed gescheiden blijven van de ondergrond.

Bijna alle materialen vertonen uitzetting en krimp. Hier dient bij de aanleg rekening mee gehouden te worden. Vanaf een oppervlakte van 15 m2 of een lengte van 5 m1 is het daarom raadzaam het bestratingsmateriaal en de fundering te voorzien van een uitzettingsvoeg (ook wel dilatatievoeg). De aansluiting met de gevel mag men niet vergeten; door bijvoorbeeld isolatiefoam of een gelijkwaardig product te plaatsen kan er voldoende ruimte gegeven worden aan de eventuele uitzetting.

Terras op afschot

Ter bevordering van de afwatering en het voorkomen van plassen dient een pad of terras op afschot te liggen. Het afschot dient ca. 1% (= ca. 1 cm per m1) te zijn, zodanig dat het water van het gebouw wegloopt.

Opsluitband

Om “weglopen” van het zandbed en de bestrating (ook tegels!) tegen te gaan dient deze te worden opgesloten. De opsluitband is voor dit doeleind gemaakt, maar ook palissaden, bielzen e.d. voldoen uitstekend. Voor ronde vormen of omdat men een opsluitband minder fraai vindt wordt ook wel gebruik gemaakt van een klinker op zijn kant. Deze zogenaamde rollaag voldoet alleen bij lichtere belasting. De opsluiting moet hoger zijn dan het bestratingsmateriaal en wordt vaak 1 a 2 cm lager geplaatst dan de bestrating of het tegelwerk zelf.